Natuur heb je in vele soorten en maten, of is eigenlijk alles natuur, mensen, planten, fabrieken, rekensommen, de aarde, muziek, het heelal? Is het natuur of is het deels ‘bedacht’?
In zekere zin behoort ons denken ook tot de natuur en verloopt bij de ene mens of de andere volgens vergelijkbare patronen, die voortkomen uit de plooiingen en windingen van ons hersenveld. Aanleg voor taal zou aangeboren zijn.
Ons denken, dat onderdeel is van onze natuur schept meteen zijn eigen tegendeel, niet-natuur, wat de vraag oproept is denken natuurlijk of onnatuurlijk? Voor zover dieren zonder meer tot de natuur gerekend kunnen worden en dieren denken immers ook, is denken deel van de natuur. Maar dieren zijn zich niet bewust van hun gedachten en denken meer werktuigelijk, wat er op wijst dat ons denken wel tot de natuur behoort, maar ons bewuste denken iets anders zou zijn.
Bewustzijn is iets raadselachtigs. Ons bewuste denken daarentegen is helemaal niet raadselachtig, het is juist alles wat je weet en kent, wat je denkt te denken en wat allerlei toepassingen kent.
Ons denken voortkomend uit onze natuur, onze fysiologie, onze hersens, chemische processen, creëerde taal ons instrument tot uitwisseling en bespiegeling over concrete en abstracte zaken. En met het benoemen van al het zichtbare en ook het onzichtbare ontstond dualiteit, als er een ‘ding’ was, dan was daarbuiten het niet-ding, de lucht en buiten de lucht het luchtloze ofwel het luchtledige, enz. Voor wat betreft natuur is alles daarbuiten niet-natuur, als er een buiten de natuur is…
Voor het onnatuurlijke of tegennatuurlijke of niet-natuurlijke is evenveel ruimte, in gedachte dan, want het verdubbelt de wereld met zijn tegendeel. En er zijn veel tegenhangers van de natuur /het natuurlijke in onze woordenschat, zoal kunst, het kunstmatige, het gekunstelde, cultuur, technologie, het bedachte, dat wat gewrochten is, het cerebrale. En allemaal heeft het z’n eigen connotatie, zegt het meer over onze waardering voor de natuur dan over de niet-natuur zelf. Hieruit blijkt dat de natuur bijna altijd goed is, ook als ze slecht is, wreed en onverschillig, want dàt is de natuur van de natuur.